Door omstandigheden pauzeert onze reguliere programmering in de komende maanden.
Wel wordt gewerkt aan een nieuwe website en zal er iedere maand een gedicht of kort verhaal van een erfgoedauteur, aan wie Salon Saffier in de voorbije zevenentwintig jaren aandacht heeft geschonken, op deze site geplaatst worden.

Poëzie van maart

‘Terra, Vale!’ van Gabriele d’Annunzio

Gabriele d’Annunzio, schrijver van poëzie, proza, drama, journalistiek werk en duizenden brieven én ook oorlogsheld en politicus, werd geboren op 12 maart 1863 en stierf op de eerste van dezelfde maand in 1938, 85 jaar geleden.

D’Annunzio wordt alom beschouwd als een sleutelfiguur in de Italiaanse en Europese cultuur van het fin de siècle. In zijn land was hij de eerste die de cultus van het decadentisme uitdroeg. Hij streefde ernaar van zijn leven een kunstwerk te maken.

Met zijn dichtbundel Alcyone (1903) bereikte hij het hoogtepunt van zijn poëtische carrière en verwierf hij zich een definitieve plaats in de geschiedenis van de Italiaanse dichtkunst.

Uit deze bundel:

TERRA, VALE!

De hele Hemel stort in Zee. De kusten
verduisteren tot dompige spelonken,
bruidskamers van de helse Eumeniden.
Ertegenover op de scheidslijn trekken
asgrauwe wolken muren van basalt op.
Tussen de beide nachten blinkt de Zee.
Gevangen als een bleke prooi in de armen
van ’t kolkend watervlak is ’t laatste licht.

De stormkracht heeft Neptunus’ velden woest
omhooggewoeld vanuit de zilte dalen,
waar weerzinwekkende gedrochten loeren.
Loodkleurige algen, roestbruin wier en zwarte
zeesla met een gewei van wortels slaan
de dode monding dicht met een enorm
ronddrijvend weiland, waar geen kudde ooit
zal grazen en geen herder ooit zal lopen.

Schuilt in die vezels van onvruchtbaarheid
misschien de kracht die ’t mensenhart verandert?
O mythe van de sterveling die god werd
diep in de zee, vernieuw je in mijn verlangen
naar ’t onvermoeibaar deinen van de golven!
De hele Hemel stort in Zee. Ten prooi
aan ’t kolkend leven van de vloed is ’t licht,
misschien geslachtofferd voor de eeuwigheid.

(Uit: Gabriele d’Annunzio, Madrigalen van de zomer. Vert., ingel. en toegelicht door Frans van Dooren (Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1996), p. 105. – Frans van Dooren (1934-2005), in 1990 gelauwerd met de Martinus Nijhoff-prijs voor zijn vertalingen van de Italiaanse klassieken.)

Aantekeningen van Van Doorn bij het gedicht: Terra, Vale!: ‘Land, vaarwel!’ (Ovidius, Metamorfosen XIII 948). – Eumeniden: de Erinyen of Wraakgodinnen of Furiën. – Neptunus: god van de zee. – de sterveling die god werd: de visser Glaucus, die door het eten van algen en wier een zeegod werd.

Gabriele d’Annunzio is niet alleen befaamd door zijn veelzijdig oeuvre dat gekenmerkt wordt door diverse genres, stijlen, versvormen, weelderige en onalledaagse taal én sensualiteit, maar ook door zijn politieke rol (o.a. in de Eerste Wereldoorlog en later als ‘Il Commandante’ van het staatje Fiume) en zijn verhoudingen met vele vrouwen, waaronder die met de toneelspeelster Eleonora Duse (1858-1924), voor wie hij een groot aantal toneelstukken schreef.

Ten tijde van zijn relatie met Duse (1898-1904) schreef hij zijn gedichtenreeks Laudi del Cielo, del Mare, della Terra e degli Eroi (Lofprijzingen van de lucht, de zee, de aarde en de helden), die volgens plan uit zeven delen zou bestaan. Elk deel moest de naam dragen van een van de zeven Pleiaden – de zeven nymfen uit de Griekse mythologie, dochters van Atlas en Pleione. In 1903 verschenen de eerste drie bundels, waarvan de derde bundel de naam draagt van de derde Pleiade Alcyone. Later werden aan de Laudi nog twee bundels toegevoegd. De reeks is niet voltooid.

De bundel Alcyone is hoofdzakelijk gewijd aan Toscane en bezingt zijn geschiedenis, grootheid en landschap vooral in de zomer en wordt gekenmerkt door suggestieve beelden, melancholie, muzikaliteit, zintuiglijkheid, mythologie, mysteries en schoonheid van de natuur.

TERRA, VALE!

Tutto il Cielo precipita nel Mare.
S’intenebrano i liti e si fan cavi,
talami dell’Eumenidi avernali.
Nubi opache sul limite marino

alzano in contro mura di basalte.
Solo tra le due notti il Mar risplende.
Presa e constretta negli intorti gorghi,
come una preda pallida, è la luce.

La tempesta ha divelto con furore
i pascoli nettunii dalle salse
valli ove agguatano i ritrosi mostri.
Alghe livide, fuchi ferrugigni,
nere ulve di radici multiformi
fanno grande alla morta foce ingombro,
natante prato cui nessuna greggia
morderà, calcherà nessun pastore.

Virtù si cela forse nelle fibre
sterili, che trasmuta il petto umano?
O mito del mortale fatto nume
cerulo, rinnovèllati nel mio
desiderio del flutto infaticato!
Tutto il Cielo precipita nel Mare.
Preda è la luce dei viventi gorghi,
forse immolata per l’eternità.

Werk van D’Annunzio in recente Nederlandse vertaling (een keuze): Naast de poëziebundel Madrigalen van de zomer verscheen: Ik schrijf een liefdeslied voor jou alleen. Keuze en vert. Ike Cialona. Bert Bakker, 2002. – Proza: De schoonheid van de nacht. Vert. en inl. Jan van der Haar. Arbeiderspers (Privé-Domein) 2017; bevat: Solus Ad Solam (1908), Nocturne (1916) en Het geheime boek (1922). – De wimperloze vriend. Vert. en naw. Emilia Menkveld. Vleugels, 2019 (Il compagno dagli occhi senza cigli (1928). – Brieven: De spiegel van Narcissus: brieven aan Eleonora Duse en andere geliefden. Vert. Tine Riegen en Anna Maria Domburg; keuze en inl. Jan Paul Hinrichs. Plantage, 1992.