Je bekijkt nu  Amœne van Haersolte, een aristocrate in de letteren

zondag 20 november 2022   |   11:00 - 12:00   |   Boekpresentatie, Lezing, Voordracht

locatie: mr. F.J. Haffmans Kunst- en Antiekhandel (voormalig Stadszendingskerkje)

portret winnares eerste P.C. Hooft-prijs

lezing door Eugène Westra, kenner/publicist Van Haersolte, voordracht door Renske Koornstra | kleine expositie; aanbieding eerste exemplaar van Amœne van Haersolte, Het ganzenbord (uitg. Salon Saffier) aan bijzondere gasten

In 2022 is het vijfenzeventig jaar geleden dat Amœne van Haersolte (1890-1952) de P.C. Hooft-prijs ontving. Samen met Arthur van Schendel (die de prijs postuum kreeg) was zij de eerste die met deze, in 1947 ingestelde, Staatsprijs voor de Nederlandse Letterkunde geëerd werd. De onderscheiding viel haar ten deel voor de verhalenbundel Sophia in de Koestraat (1946). In de geschiedenis van de P.C.Hooft-prijs staat ze ook te boek als de eerste vrouw die de prijs ontving.
Als buitenbeentje in de literatuur is zij na haar dood in de vergetelheid geraakt. De laatste tijd komt daar verandering in. Een hommage aan een markant en eigenzinnig schrijfster, die met haar werk een bijzonder inkijkje biedt in een voorbije wereld.

Amœne van Haersolte, geboren in een aristocratische familie in Utrecht - als jonkvrouw Ernestine Amœne Sophia van Holthe tot Echten –, woonde tot haar huwelijk in 1916 in Utrecht, daarna in Zwolle en Dalfsen. Zij schreef proza, onder meer over haar jeugd in Utrecht Lucile (1951) en over de (teloorgang van de) adellijke cultuur De laatsten (1927).
Het landschap en de geschiedenis van Overijssel waren vaak een inspiratiebron voor haar verhalen toen ze als barones Van Haersolte met haar gezin in het oosten van het land woonde.
Amœne’s werk wordt gekenmerkt door een zeer scherp waarnemingsvermogen, ironie en een heel eigen toon en stijl. Een stijl die tijdens haar schrijversleven, als ook bij de toekenning van de P.C. Hooft-prijs, zowel positieve als negatieve reacties opriep. Zelf zei ze daarover: ‘Ik zing zoals de vogeltjes, zoals ik gebekt ben’.

Amœne van Haersolte, Het ganzenbord. Nawoord Eugene Westra, verschijnt als deel 14 in de serie De Utrechtse Boekhoudpers en is ter plekke te koop
Eerder verscheen in de serie De Utrechtse Boekhoudpers (deel 10): Amœne van Haersolte Lucile & Louise Odilon Het ei. Nawoord Hans Heesen (2015). Uitverkocht.

Eugène Westra
studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Hij werkte veertig jaar als leraar Nederlands in het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en volwassenen onderwijs, de laatste 12 jaar aan de Vakschool Schoonhoven. In de jaren zeventig-tachtig specialiseerde hij zich vooral in de Nederlands-Indische letterkunde. De laatste tien jaar houdt hij zich vooral bezig met de vrouwenliteratuur uit de eerste helft van de 20e eeuw in het algemeen, en met Amœne van Haersolte in het bijzonder. In 2016 verzorgde hij een herdruk van haar debuutroman De Laatsten.

Renske Koornstra
was professioneel poppenspeler en werkte tientallen jaren als orthopedagoge met name met kinderen met visuele beperkingen. Renske houdt van lezen en voorlezen en ze deelt deze liefde graag met anderen. De verhalen van Amœne van Haersolte zjn haar zeer dierbaar.