zaterdag 12 oktober 2013 – zondag 12 oktober 2014 | 11:00 | Lezing
lezing door Theo Festen, Cocteaukenner en -vertaler
met beeld- en geluidsmateriaal
In 1909 maakte Jean Cocteau in Parijs kennis met ‘Les Ballets Russes’, het gezelschap van Serge Diaghilev dat in de loop van zijn 20 jarig bestaan een vernieuwing teweegbracht op het terrein van de dans, muziek, decor- en kostuumontwerp. Voor Cocteau betekende de kennismaking met het gezelschap een grote ontwikkeling als kunstenaar en bracht hem in contact met prominente leden van de Parijse en Europese avant-garde. De spraakmakende choreografieën van Nijinsky, Strawinsky’s revolutionaire muziek voor Le sacre du printemps, de spectaculaire theatervormgeving van Bakst; het liet de jonge Cocteau niet onberoerd. ‘Verbaas me’ zei Diaghilev ooit tegen Cocteau. De samenwerking tussen Picasso, Satie, Massine en Cocteau voor het ballet Parade was daar in 1917 het verrassende antwoord op.
Jean Cocteau (1889-1963) is zowel een icoon als een raadsel. Hij was dichter, schrijver, schilder en filmer en bovendien iemand die met verve zijn rol speelde in het Franse openbare leven; maar vóór alles was hij dichter. Zijn veelzijdige begaafdheid maakte en maakt hem nog altijd ongrijpbaar. In 1955 werd Cocteau gekozen als lid van de Académie Française.
Cocteau wordt geboren in een bemiddeld Parijs gezin. Zijn vader pleegt zelfmoord als zijn zoon net tien jaar oud is; de moeder introduceert haar jongste in de artistieke wereld. Als achttienjarige debuteert Cocteau als dichter en als twintigjarige maakt hij kennis met de Russische Balletten van Diaghilev. Een wereld die hem inspireert en belanrijk is voor zijn verdere carrière, net als de componisten van de ‘Groupe des Six’ waaronder Milhaud en Poulenc.
Cocteau beschouwt Le Cap de Bonne-Espérance (1919) als zijn werkelijke debuut: poëzie naar aanleiding van een vlucht met de stuntvlieger Roland Garros.
In 1920 ontmoet hij de dan 17 jaar oude Raymond Radiguet. Voor hem maakt hij Plain-Chant (1923), door Marguerite Yourcenar geprezen als het mooiste liefdesgedicht in de Franse taal. Geïnspireerd door Radiguet's succesroman Le Diable au Corps schrijft Cocteau drie romans. Het vroegtijdig overlijden van zijn jonge vriend verwerkt hij in L'Ange Heurtebise (1926) In deze periode raakt hij verslaafd aan opium. Later volgen nog vele dichtbundels, waaronder La Crucifixion en Le Requiem. Intussen schrijft hij ook essays.
Verschillende nieuwe relaties inspireren Cocteau tot steeds nieuwe ondernemingen. Hij stimuleert Jean Desbordes tot het schijven van romans en maakt vele tekeningen van zijn slapende vriend. De breuk in hun relatie ligt aan de basis van de monoloog La Voix Humaine, later door Poulenc verwerkt tot een opera. De acteur Jean Marais inspireert hem tot het schrijven van toneelstukken en het maken van films, waaronder La Belle et la Bête en Orphée. Aan het eind van zijn leven blijft Cocteau in het nieuws door de muurschilderingen die hij maakt in een villa aan de côte d'Azur, de trouwzaal in Menton en verschillende kapelletjes, onder anderen dat in Milly-la-Fôret waar hij begraven ligt.
Centraal thema in het werk van Cocteau is het vermogen van de dichter om over de grenzen van leven en dood te reiken maar impliciet is het de boodschap van de vrijheid van de mens om tot het uiterste te gaan: "Wat men je verwijt dat moet je cultiveren. Dat is wie je bent."
In Salon Saffier gaat Theo Festen nader in op de rol van Cocteau voor Les Ballets Russes en de balletten waarbij hij betrokken was, ook zal hij aandacht schenken aan de tekeningen, decoraties en affiches van Cocteau en wordt de muziek en avant-garde vormgeving van de kunstenaars rondom hem niet vergeten.
Theo Festen
is psycholoog, dichter en vertaler. Als vertaler houdt hij zich vooral bezig met de Franse surrealisten en met Jean Cocteau. Sinds 1988 is hij lid van 'Les Amis de Jean Cocteau'. Zijn vertaling van Cocteau’s gedichten verscheen in 2003 bij Athenaeum Polak & Van Gennep en werd enthousiast ontvangen. Festen, gepassioneerd onderzoeker, publicist en verzamelaar van ‘leven en werk’ van Cocteau, deed onderzoek naar de invloed van Cocteau in Nederland en sprak daarover op een symposium in Parijs.