Je bekijkt nu  Cocteau - portret van een duizendkunstenaar

zaterdag 12 oktober 2013 zondag 13 oktober 2013   |   20:15   |   Lezing, Voordracht

locatie: Herenstraat 29 (poort tussen 27 en 33), Utrecht

door Theo Festen, Cocteaukenner en -vertaler
tekstvoordracht door Carol Linssen en Michiel Bijmans, acteurs
met beeld- en geluidsmateriaal en presentatie nieuwe uitgave Cocteau’s dichtcyclus Engel Zerewind

Op 11 oktober is het 50 jaar geleden dat Jean Cocteau (1889-1963), het enfant terrible van de Franse kunstwereld, overleed. Cocteau was dichter, schrijver, schilder, tekenaar en filmer en bovendien iemand die met verve zijn rol speelde in het Franse openbare leven; maar vóór alles was hij dichter. In 1955 werd hij gekozen als lid van de Académie Française. Zijn veelzijdige begaafdheid maakte en maakt hem nog altijd ongrijpbaar. Een reis door het poëtische leven en werk van een kunstenaar die nog steeds een icoon dan wel een raadsel is.

Jean Cocteau wordt in 1889 geboren in een bemiddeld Parijs gezin. Als achttienjarige debuteert hij als dichter en als twintigjarige maakt hij kennis met de Russische Balletten van Diaghilev. Een wereld die hem inspireert en belangrijk is voor zijn verdere carrière, net als de componisten van de ‘Groupe des Six’ waaronder Milhaud en Poulenc.
Cocteau beschouwt Le Cap de Bonne-Espérance (1919) als zijn werkelijke debuut: poëzie naar aanleiding van een vlucht met de stuntvlieger Roland Garros.
In 1920 ontmoet hij de dan 17 jaar oude Raymond Radiguet. Voor hem maakt hij Plain-Chant (1923), door Marguerite Yourcenar geprezen als het mooiste liefdesgedicht in de Franse taal. Geïnspireerd door Radiguet's succesroman Le Diable au Corps schrijft Cocteau drie romans. Het vroegtijdig overlijden van zijn jonge vriend verwerkt hij in de dichtcyclus L'Ange Heurtebise (1925). In deze periode raakt hij verslaafd aan opium. Later zullen nog vele dichtbundels volgen, waaronder La Crucifixion en Le Requiem. Intussen schrijft hij ook essays.
Verschillende nieuwe relaties, onder andere met Jean Desbordes en Jean Marais, inspireren Cocteau tot het schrijven van de monoloog La Voix Humaine, andere toneelstukken en het maken van films, waaronder La Belle et la Bête en Orphée. Aan het eind van zijn leven blijft hij in het nieuws door de muurschilderingen die hij maakt in een villa aan de Côte d'Azur, de trouwzaal in Menton en verschillende kapelletjes, onder anderen dat in zijn woonplaats Milly-la-Fôret waar hij begraven ligt. Cocteau overlijdt in 1963. Zijn woonhuis/museum trekt jaarlijks vele bezoekers.

Centraal thema in het werk van Cocteau is het vermogen van de dichter om over de grenzen van leven en dood te reiken maar impliciet is het de boodschap van de vrijheid van de mens om tot het uiterste te gaan: 'Wat men je verwijt dat moet je cultiveren. Dat is wie je bent.'

Theo Festen
is psycholoog, dichter en vertaler. Als vertaler houdt hij zich vooral bezig met de Franse surrealisten en met Jean Cocteau. Sinds 1988 is hij lid van 'Les Amis de Jean Cocteau'. Zijn vertaling van Cocteau’s gedichten verscheen in 2003 bij Athenaeum Polak & Van Gennep en werd enthousiast ontvangen. Festen, gepassioneerd onderzoeker, publicist en verzamelaar van ‘leven en werk’ van Cocteau, deed onderzoek naar de invloed van Cocteau in Nederland en sprak daarover op een symposium in Parijs. Hij vertaalde ook poëzie van Paul Eluard en André Breton in de bundels Wereld met ogen van sneeuw en Onbevlekte Ontvangenis. Zijn eigen gedichten verschenen in tijdschriften, bloemlezingen en bij kleine uitgeverijen.

 Carol Linssen
speelde in zijn lange toneelloopbaan bij verschillende toneelgezelschappen. Richtte samen met Erik Vos, Christine Ewert e.a. De Appel op. Werd onderscheiden met de Louis d’Or, de hoogste Nederlandse toneelprijs. Linssen schrijft en ontwerpt zelf ook theaterstukken met een onderzoekend en experimenteel karakter, zoekt vaak naar de verbinding tussen theater en muziek. In Salon Saffier was hij eerder te zien met werk van o.a. Dylan Thomas, Tsjechov, Bruno Schulz, Edgar Allan Poe, Ljeskov, Gogol en The Waste Land van T.S. Eliot.

Michiel Bijmans
speelde sinds zijn afstuderen van de Arnhemse Toneelschool (2007) rollen in voorstellingen van o.a. het RO Theater, Bonheur Theaterbedrijf Rotterdam, Keesen&co en Zomergasten. Op televisie was hij o.a. te zien in Moeder ik wil bij de revue en de korte film Kattenkwaad. Voor het recent opgerichtte gezelschap ‘Nieuw Repertoire’ speelde hij in De Idealisten. Werkt ook als docent en vertolkte eerder op het podium van Salon Saffier de rol van Georg Bendemann in Das Urteil in De Nacht van Kafka.