zondag 15 januari 2012 | 20:15 | Lezing, Aankondiging, Voordracht

Drieluik, 13 t/m 15 januari 2012
III - Broer en zus: Klaus en Erika – een portret
door Michiel Hagdorn, literatuurwetenschapper & kenner van de familie Mann
tekstvoordracht door Boris van den Wijngaard, acteur
met authentiek beeld- en geluidsmateriaal
Eerder:
I - De familie Mann – biografisch & cultuurhistorisch, 13-1-2012
II - De broers: Thomas en Heinrich – een portret, 14-1-2012
'Was für eine sonderbare Familie sind wir! Man wird später Bücher über uns – nicht nur über einzelne von uns – schreiben.'
Dat schreef Klaus Mann, zoon van de beroemde Duitse schrijver Thomas Mann, in 1936. Hij heeft gelijk gekregen. Over de familie Mann zijn inmiddels vele boeken en documentaires verschenen. In Salon Saffier een portret van een uitzonderlijke schrijversfamilie uit het Duitsland van de negentiende en twintigste eeuw. Een drieluik met tekstvoordracht en authentiek beeld- en geluidsmateriaal.
Klaus en Erika Mann werden respectievelijk in 1906 en 1905 in München geboren als oudste kinderen van Thomas Mann en Katia Pringsheim. Broer en zus vormden bijna hun hele leven een onafscheidelijk duo. Beiden waren schrijver, toneelspeler, bohémien, anti-fascist, journalist, wereldreiziger en homoseksueel en stonden voor de uitdaging om hun eigen talenten in de schaduw van hun beroemde vader en oom Heinrich te ontwikkelen en staande te houden.
Klaus Mann debuteerde in 1925 met drie boeken tegelijkertijd, waaronder het toneelstuk Anja und Ester, waarin hij, naast zijn zus Erika, zelf ook meespeelde. Hij schreef ook satirische, polemische teksten voor het literair-politieke cabaret van zijn zuster. Van meet af aan verzette hij zich krachtig tegen het nazisme. Hij verliet Duitsland in 1933 en verbleef vervolgens in vele Europese landen, maar vooral in Amsterdam. Daar richtte hij het (literaire) emigrantentijdschrift Die Sammlung op, dat bestond van september 1933 tot augustus 1935. Hij werd een van de stimulerendste figuren onder de emigranten en polemiseerde onophoudelijk tegen het fascisme. In 1936 verscheen bij uitgeverij Querido in Amsterdam zijn bekendste roman Mephisto, waarin het verraad geschetst wordt van de Duitse kunstenaar-intellectueel die zijn ziel aan de nazi’s verkoopt. Twee jaar later vluchtte hij naar de Verenigde Staten en schreef daar onder andere Der Vulkan over het treurige bestaan van Duitsers ‘im Exil’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog streed hij mee aan de zijde van de geallieerden.
Het persoonlijke leven van Klaus verliep niet zonder problemen. Openhartig schreef hij in zijn dagboek over zijn vlucht in drugs, zijn avonturen met jongens en zijn verlangen naar de rust van de dood. Zijn memoires werden in 1942 gepubliceerd als Der Wendepunkt en worden algemeen beschouwd als het beste wat hij geschreven heeft. Hij stierf op jonge leeftijd in 1949 in Cannes aan een overdosis slaaptabletten.
Erika Mann volgde een toneelopleiding en speelde in de theaters van Berlijn, München en andere steden. In 1926 trouwde zij met acteur Gustaf Gründgens. Het huwelijk duurde drie jaar. Gründgens zou later het onderwerp zijn van Mephisto vanwege zijn collaboratie met de Duitsers. In 1927 maakten Erika en haar broer samen een reis rond de wereld. Ze had in de jaren dertig diverse lesbische relaties. Samen met Klaus schreef ze reisverhalen en was zelf auteur van kinderboeken, toneelstukken en diverse journalistieke bijdragen. Ze schreef ook voor haar eigen (antifascistische) cabaretgroep Die Pfeffermühle, die in januari 1933 in München voor het eerst op het podium stond. Kort daarna emigreerde ze, samen met haar Pfeffermühle, naar Zwitserland. Met haar cabaret gaf Erika meer dan duizend voorstellingen in verschillende landen, waaronder ook Nederland. Om een Engels paspoort te verkrijgen trouwde ze in 1935 met de homoseksuele schrijver W.H. Auden. Twee jaar later vertrok ze naar de Verenigde Staten, waar ze onder andere zeer actief was met lezingen geven en haar cabaret. Ze werkte voor de ‘Duitsland-programma’s’ van de BBC en als oorlogscorrespondent voor het Amerikaaanse leger, onder andere in Egypte. In 1952 verhuisde Erika samen met haar ouders naar Zwitserland. Ze werd haar vaders secretaresse en zijn belangrijkste vertrouwelinge. Een jaar na zijn dood publiceerde ze Das letzte Jahr. Bericht über meinen Vater. Daarnaast hield ze zich bezig met de nalatenschap van hem en haar broer Klaus. Bijna vierenzestig jaar oud stierf ze in 1969 in Zürich.
Michiel Hagdorn
werkte, na zijn studie literatuurwetenschap aan de Universitieit Nijmegen, als literair recensent en journalist voor diverse dagbladen en tijdschriften, onder andere voor de Volkskrant, Nijmeegs universiteitsblad KUNieuws, Dagblad De Limburger en de Nijmeegse Courant. Ook was hij enkele jaren werkzaam als bedrijfsjournalist voor Koninklijke PTT Nederland NV en als docent in het middelbaar onderwijs en het HBO. Vanuit zijn bureau Quintext verzorgt hij sinds 1997 cursussen en lezingen over de Duitse (en Duitstalige) literatuur, met uitstapjes naar filosofie, muziek en theater. Naast Thomas Mann en zijn familie staan onder andere schrijvers als Goethe, Heine, Grass en onderwerpen als de Weimar Republiek en ‘Richard Wagner’ op zijn repertoire. Hagdorn leidt ook literair-historische reizen naar het land van 'Dichter und Denker’. Zie verder Hagdorns webpagina.
Boris van den Wijngaard
heeft zich na zijn theateropleiding gespecialiseerd in het maken, spelen en regisseren van theaterproducties met literaire teksten als uitgangspunt. Zo bracht hij o.a. werk van Kafka, W.F. Hermans, Vian, Balzac, Vestdijk, Pessoa, Couperus, Pirandello, Nijhoff en García Lorca op het podium. Van den Wijngaard speelde ook gastrollen in diverse televisieseries en was te beluisteren in hoorspelen en muziekproducties. Recent regisseerde hij Evrim Kurç in Dorothy Parker en speelde hij de indrukwekkende monoloog Inferno van Strindberg. Maakte eerder voor Salon Saffier een programma rond Belle van Zuylen en Constantijn Huygens.
