zondag 9 februari 2014 | 15:00 | Muziek, Lezing
kameropera naar tekst van Jean COCTEAU
op muziek van Willem STOPPELENBURG
door Charlotte Stoppelenburg, altmezzo
Willem Stoppelenburg, piano
Alexander de Bruijn, zwijgende rol
voorafgegaan door een inleiding van Theo Festen, Cocteaukenner en -vertaler, met een terugblik op de opvoeringsgeschiedenis van La Voix Humaine en Le Bel Indifférent
Tien jaar na La Voix Humaine, de befaamde monoloog waarin een wanhopige vrouw aan de telefoon dramatisch afscheid neemt van haar minnaar, schreef Cocteau voor de jonge Edith Piaf, met wie hij zeer bevriend was, een ‘théâtre de poche’. Zij vertolkte Le Bel Indifférent, een tegenhanger van La Voix Humaine, in 1940 met veel succes op het toneel. Voor beide eenakters werd later muziek gecomponeerd. François Poulenc deed dit in 1959 voor La Voix Humaine, Willem Stoppelenburg deed dat in 2008 voor Le Bel Indifférent.
Zíjn kameroperaversie van Cocteau’s stuk wordt in Salon Saffier ten gehore gebracht.
Een zangeres heeft na haar 'tour de chant' een ontmoeting gearrangeerd met haar minnaar, een gigolo. Ze wacht vermoeid en vol verwachting in een hotelkamer en hoopt op liefde en aandacht. Maar haar betaalde minnaar komt gewoontegetrouw pas heel laat opdagen en hult zich daarna in een voortdurend, ongeïnteresseerd stilzwijgen. Met alle middelen probeert ze daar verandering in te brengen. Tevergeefs. In de verrassende apotheose maakt ze een keuze, die voor de vrouw van La Voix Humaine (nog) niet was weggelegd.
In de operaversie van Le Bel Indifférent van Charlotte en Willem Stoppelenburg is de chansonnière in het stuk veranderd in een klassieke zangeres. Vandaar ook het gebruik van de vrije citaten uit het beroemde Brahms-lied Von ewiger Liebe, die een sleutelrol spelen in het schrijnende besef van de kloof die gaapt tussen podiumglamour en realiteit.
Ook in deze eenakter van Cocteau vormt - onbereikbaarheid - het thema in een relatie en is de levensgeschiedenis van Cocteau te herkennen.
Charlotte Stoppelenburg (1979)
studeerde aan de conservatoria van Utrecht en Keulen. Zij volgde regulier onderwijs bij Edda Moser en Henner Leyhe en masterclasses bij onder andere Brigitte Fassbaender, Julia Hamari, Kurt Widmer en Henk Smit. Studeerde tevens Duits aan de universiteiten van Utrecht en Amsterdam (UvA). Haar repertoire reikt van oude tot hedendaagse muziek en zij is een regelmatig gevraagd solist bij oratoriumuitvoeringen in Nederland en Duitsland. Werkte met diverse gerenommeerde orkesten en dirigenten. Met haar zus Josefien (sopraan) vormt zij het duo Unique Harmony of Two Voices; het duo won in 1997 het prinses Christina Concours. Ook in het kamermuziekcircuit is zij regelmatig te horen. Zij heeft grote affiniteit met hedendaagse klassieke muziek. Speciaal voor haar schreef een aantal Nederlandse componisten composities, waaronder haar vader Willem Stoppelenburg de Le Bel Indifférent). Zie verder charlottestoppelenburg.com.
Willem Stoppelenburg (1943)
studeerde in Rotterdam, later aan het Gronings Conservatorium (piano en orkestdirektie) en aan het Amsterdamse Sweelinckconservatorium. Hij volgde diverse dirigentencursussen, instrumentatielessen bij Hans Henkemans, maar ontwikkelde zich als componist autonoom, eerst via arrangementen voor professionele (Overijssels Philharmonisch Orkest)- en studentenorkesten (Groningen, Enschede) en later met eigen werk. Hij gaf veel concerten als pianobegeleider in liedrecitals, vanaf 1998 ook met zijn dochters Charlotte en Josefien.
In de tachtiger en negentiger jaren was hij als dirigent en pianist actief in projecten van nieuwe muziek uit Noord-Nederland (Noordelijke Componisten). Zijn werk omvat onder andere drie opera's, symfonisch werk en kamermuziek.
In 1998 kreeg hij de Culturele Prijs van de Provincie Drenthe. In 2008 kwam zijn verzamel CD-box Anthologie Stoppelenburg uit en in 2013 was er het ‘Stoppelenburg-70 festival’. Zie verder www.willemstoppelenburg.com.
Theo Festen
is psycholoog, dichter en vertaler. Als vertaler houdt hij zich vooral bezig met de Franse surrealisten en met Jean Cocteau. Sinds 1988 is hij lid van 'Les Amis de Jean Cocteau'. Zijn vertaling van Cocteau’s gedichten verscheen in 2003 bij Athenaeum Polak & Van Gennep en werd enthousiast ontvangen. Festen, gepassioneerd onderzoeker, publicist en verzamelaar van ‘leven en werk’ van Cocteau, deed onderzoek naar de invloed van Cocteau in Nederland en sprak daarover op een symposium in Parijs.