zondag 23 oktober 2016 | 14:30 | Muziek, Voordracht
een literair kamerconcert
gebaseerd op de Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart van BETJE WOLFF & AAGJE DEKEN
door Marijke Beversluis, actrice, Janneke Daalderop, zangeres, en Rik Helmes, pianist — inleiding Marijke Beversluis
In het kader van de expositie 'Omdat ik iets te zeggen had' - Utrechtse schrijfsters uit de negentiende eeuw', 18 oktober-13 november in Bibliotheek Utrecht, Oudegracht 167, Utrecht
De zelfverzekerde jonge vrouw Sara Burgerhart ontvlucht het huis van haar vrekkige tante en huurt een kamer in Amsterdam. Ze geniet met vriendinnen intens van haar vrijheid. Haar hart gaat uit naar een plezierig bestaan met muziek, boeken, uitstapjes en mooie kleren. Aan aandacht van mannen heeft ze geen gebrek. Maar het huwelijk trekt haar niet in het minst, ondanks de sociale druk om zo snel mogelijk een goede partij te trouwen.
In Mijn lieve Burgerhart wordt de 18de eeuwse Saartje in de 21ste eeuw geconfronteerd met haar ex-huisgenoot en aartsvijand Juffrouw Hartog. Actrice Marijke Beversluis bewerkte teksten uit de roman en schreef nieuwe teksten. Sopraan Janneke Daalderop vertolkt Saartje Burgerhart, Marijke Beversluis speelt Juffrouw Hartog en pianist Rik Helmes is soms Hendrik Edeling. Met achttiende-eeuwse kamermuziek van Händel, Scarlatti, Haydn, Duni, Mozart en hedendaagse composities van Andries van Rossum.
'… een prikkelende en aantrekkelijke benadering van dit overbekende verhaal, met mooie zang van Janneke Daalderop en sterk, humoristisch spel van Marijke Beversluis…'
De roman Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart, geschreven door Betje Wolff (1738-1804) en Aagje Deken (1741-1804), bestaat uit brieven die meerdere personages aan elkaar schrijven en werd al bij verschijnen in 1782 omarmd door critici en publiek. Het boek - over de goede opvoeding van een jonge dame – beleefde herdruk na herdruk. Hoofdpersoon Sara Burgerhart wordt gezien als een rebelse vrouw uit de Verlichting.
Betje Wolff en Aagje Deken ontmoetten elkaar in 1776, nadat Deken contact had gezocht naar aanleiding van een spraakmakende publicatie van Wolff. De vriendschap die daarvan het gevolg was zou voor hun leven en hun literaire carrière van beslissende betekenis zijn. Na de dood van de echtgenoot van Wolff woonden zij samen en combineerden ze hun schrijftalenten in gezamenlijke ondernemingen. In hun literaire werk leverden ze commentaar op de zeden van de burgerij en schreven over de opvoeding, die niet alleen diende om de medemens te verlichten, maar om tevens het vaderlandse gevoel te bevorderen. Hun bekendste gezamenlijke brievenboeken zijn, naast ‘Sara Burgerhart’, Historie van den heer Willem Leevend (1784-1785) en Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut (1793-1796). Als overtuigde patriotten weken zij in 1788 uit naar Frankrijk. Tien jaar later keerden ze terug. Wolff en Deken stierven in Den Haag in 1804, een paar dagen na elkaar. Ze liggen samen begraven op Ter navolging in Scheveningen.
Betje Wolff werd in 1738 als Elisabeth Bekker geboren in Vlissingen in een gereformeerd koopmansgezin. Zij debuteerde in 1763 met beschouwende, moraal-filosofische poëzie. Werd bekend met De menuet en de domineespruik (1772), een satirische vers-vertelling waarin de bekrompen orthodoxie mikpunt was. Haar fanatieke verdediging van de godsdienstige tolerantie maakte haar tot een nationale beroemdheid.
Agatha Deken werd in 1741 geboren in Nes aan de Amstel (thans Amstelveen) in een doopsgezind boerengezin, verloor jong haar ouders en werd opgevoed in een Amsterdams weeshuis. Zij werkte als dienstbode en gezelschapsdame en had literaire aspiraties. Haar eerste bundel poëzie Stichtelijke gedichten (1775) schreef ze samen met een vriendin.
Marijke Beversluis
studeerde aan de Amsterdamse Toneelschool en aan de Universiteit van Amsterdam (filosofie en theaterwetenschappen). Ze acteerde onder andere bij Toneelgroep De Appel, Het Nationaal Toneel, Theater van het Oosten en in diverse ad-hoc producties. In 1984 kreeg ze de Colombina voor haar rol in Jane, een voorstelling over de Amerikaanse schrijfster Jane Bowles. In de loop der jaren heeft zij zich ontwikkeld tot regisseuse van toneel, opera en muziektheater en regisseerde zij zowel amateurs als professionals in de opera. Als docente werkte ze onder meer bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten en Kunst en Cultuur Gelderland. In 2008 richtte ze Stichting THIM Muziektheater op. Mijn lieve Burgerhart is een THIM-productie.
Janneke Daalderop, sopraan,
studeerde klassieke zang aan het Haagse Conservatorium, afgestudeerd met de Joint Music Master of New Audiences and Innovative Practice. Ze volgde o.a. lessen bij Anna Haenen, Lodewijk Meeuwsen en Meinard Kraak. Momenteel wordt ze gecoacht door Inge Rambags. Aan het Conservatorium in St. Petersburg kreeg ze les van Tamara Novitsjenko. Won in die stad de eerste prijs op het Internationale Festival Zvuki i Kraski Mira. Masterclasses volgde ze o.a. bij Barbara Hannigan, Jill Feldman, Saskia Boddeke en Peter Greenaway. In 2014 volgde ze de Kurt Thomas Cursus. Janneke zong in diverse producties bij VocaalLAB (nu Silbersee) en werkte met dirigenten als Lucas Vis, Jan Willem de Vriend en Jaap van Zweden. Bij THIM zong en speelde Janneke eerder in de productie VALS.
Rik Helmes
studeerde klassiek piano op het ArtEZ conservatorium in Arnhem en Zwolle. Met het ArtEZ blaasorkest soleerde hij in het Concertino van Camillo Lendvay en als repetitor was hij betrokken bij diverse opera- en muziektheaterproducties. Volgde op de Royal Academy of Music in Londen een post-graduate als repetitor. Daar werkte hij met diverse pianisten, zangers, dirigenten en regisseurs. Tegenwoordig betreedt hij als pianist diverse podia en is een veelgevraagd begeleider van zangers en koren. Speelt daarnaast ook solistisch, in kamermuziek, met symfonieorkesten, bij musical, opera en andere vormen van muziektheater. Hij nam deel aan het Amsterdamse Grachtenfestival en de Gelderse Muziekzomer. Won in 2015 met zangeres Diana van der Bent de tweede prijs op het Delft Fringe Festival.