zondag 26 november 2017 | 14:30 | Lezing, Voordracht
portret van de schrijfster Clare Lennart
door Petra Teunissen, biografe Lennart
met tekstvoordracht door Esther Kornalijnslijper, verhalenverteller
beeldmateriaal
Zij was de schrijfster van twee Boekenweekgeschenken, Twee negerpopjes (1949) en Op schrijversvoeten door Nederland (1955), en de auteur van zo’n twintig romans en verhalenbundels, waaronder Serenade uit de verte (1951), Stad met rose huizen (1954) en haar bekendste roman De ogen van Roosje (1957). Een schrijfster van neoromantisch, sensitief proza met een groot psychologisch inzicht en een gewaardeerd recensente en vertaalster, en geliefd columniste.
Maar Clare Lennart (1899-1972) was ook een onconventionele vrouw die zich voor het gewone leven ongeschikt achtte en in haar leven en de letteren radicale keuzes maakte. Haar baan als onderwijzeres gaf zij zonder aarzelen op voor de liefde. Na een stormachtige relatie met de criticus Frans Coenen koos zij voor een minder ontwikkelde levenspartner. Ondanks kritiek bleef haar liefde voor het buitenleven, voor de ‘groene aarde’ uit haar jeugd één van de thema’s in haar literaire werk. In haar tijd ‘goed verkocht, veel gelezen en bijna altijd goed besproken’, raakte Lennart na haar dood in de vergetelheid, maar hoe terecht is dat?
Biografe Petra Teunissen gaat daar nader op in en schetst een portret van de schrijfster die vanaf 1926 in Utrecht woonde en een van de winkelstraten typeerde met de - inmiddels klassiek geworden – openingszin van haar roman Huisjes van kaarten (1938): ‘Dit is een lange straat. Ze loopt van C. en A. tot in de middeleeuwen’.
Clare Lennart
is het pseudoniem van Clara Helena Klaver. Zij werd in 1899 in Hattem geboren in een kunstenaarsgezin waar ze een vrije opvoeding kreeg. Haar jonge jaren bracht zij door in het landelijke Oldebroek in een groot huis met kwekerij en uitgestrekte tuinen, een periode die een groot stempel drukte op haar verdere leven. Zij werd onderwijzeres, behaalde een l.o.-akte Frans en werkte op scholen in kleine dorpen in Drenthe en Overijssel, vanaf 1926 in Utrecht. Daar kreeg ze een relatie met een getrouwde man, destijds ongewenst in het onderwijs. Ze nam ontslag. Om toch aan inkomsten te komen ging ze kamers verhuren. Dat leverde in de crisistijd echter weinig geld op. Daarom begon Clara rond 1931 te schrijven. ’s Avonds zette ze haar jeugdherinneringen en verhalen uit haar onderwijstijd op papier. Het lukte om haar verhalen te verkopen.
Met de publicatie van ‘Liefde en logica’ in Groot Nederland in 1932 nam haar schrijverscarrière een literaire wending. Redacteur en criticus Frans Coenen stimuleerde haar om romans te schrijven. Hij werd haar mentor en minnaar. Vanaf haar eerste roman, Mallemolen in 1934, nam Clara het pseudoniem Clare Lennart aan omdat ze haar pensiongasten herkenbaar portretteerde. Onder die naam publiceerde ze vervolgens in hoog tempo romans (o.a. Avontuur, 1935), jeugdboeken (o.a. De wijde wereld, 1935), verhalen (o.a. Maanlicht, 1939). Ook haar journalistieke werk, ze schreef onder meer in Het Parool en columns in het Utrechts Nieuwsblad, verscheen onder haar pseudoniem. Zo ook haar boekrecensies voor Elsevier’s Weekblad. Ondanks haar relatie met Frans Coenen en een onstuimige vriendschap met componist Alexander Voormolen bleef haar gehuwde geliefde, de militair Wim van den Boogaard, een grote rol in haar leven spelen. In 1947 trouwde ze met hem.
Landelijke bekendheid kreeg ze met het autobiografische Twee negerpopjes, het Boekenweekgeschenk van 1949. De roman Serenade uit de verte (1951) kreeg juichende kritieken. Met Stad met rose huizen (1954) en De ogen van Roosje (1957) bevestigde zij haar status van literair auteur. De dichter J.C. Bloem vergeleek haar met Katherine Mansfield. In haar werk onderzocht ze vaak de spanning tussen werkelijkheid en verbeelding. Dankzij de praktische steun van haar man waren de jaren vijftig voor haar een periode van grote bloei. Het verhuren van kamers was voorbij.
Na een moeilijke periode na de dood van haar man hervond Clare Lennart zich. Haar boek met nostalgische familieherinneringen Weleer (1971) werd een succes. Ook had ze plezier in het schrijven van kinderboeken en gedichtjes over katten.
Clare Lennart was onder andere lid van de Vereniging van Letterkundigen, de Internationale PEN-club en de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde. Ze stierf in Utrecht in 1972 en werd begraven in Bilthoven.
Petra Teunissen
studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Zij werkte als eindredacteur bij uitgeverijen van vakinformatie. In oktober 2001 startte zij haar tekstbureau In Orde Tekst & Advies in Barendrecht. Als voorzitter van het Louis Couperus Genootschap coördineerde zij het Jubileumjaar 2013, ter gelegenheid van Couperus' 150ste geboortedag op 10 juni 2013. Zij publiceerde o.a. over Clare Lennart en Louis Couperus in Arabesken, Indische Letteren en Nieuw Letterkundig Magazijn. In juni 2017 promoveerde Petra Teunissen op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Zie clarelennart.nl.
Esther Kornalijnslijper
is van origine dierenarts, maar werkt sinds 2010, na diverse opleidingen, als verhalenverteller en trainer. Zij heeft een voorliefde voor het vertellen van literaire, poëtische en magisch realistische verhalen. Zeer succesvol was haar vertolking van De passie van Jeanette Winterson. Ook de schrijfster Edna O’Brien inspireert haar. Zij is voorzitter van de Stichting Vertellen. Zeer recent ging haar solovertelvoorstelling Who runs the world in première. Als kenner van leven en werk van Katherine Mansfield was zij eerder in Salon Saffier te beluisteren met een programma rondom deze Nieuw-Zeelandse schrijfster.